DROOG

versie: 16 december 2017 - NIOD-canard-hoofdpagina | beginpagina Droog




Experts over pigmentonderzoek


Dr. Luc Megens en Liza Leslie



Door Jaap van den Born en Bart FM Droog, december 2017


NIOD-directeur Frank van Vree schreef ons op 28 november: "Zowel wij als Conservering & Restauratie zouden verder onderzoek willen doen, o.a. pigmentonderzoek, maar aangezien dat invasief onderzoek is waarvoor bovendien  (100% betrouwbaar) vergelijkingsmateriaal nodig is, zal dat tijd en energie en waarschijnlijk ook geld kosten."

Nog geen week later berichtte Van Vree ons dat verder onderzoek geen 'echt geld' zou kosten, vanwege het NIOD-netwerk aan bevriende instellingen met de nodige expertise.

Nu betwijfelen we of enig instituut dat zich bezig houdt met oorlogs- holocaust- en genocidestudies ook maar een greintje van de benodigde expertise op het gebied van aquareldatering in huis heeft. Waarom zouden ze ook?

Dus besloten we navraag te doen bij mensen met verstand van zaken, échte experts op het gebied van schilderijenonderzoek: Dr. Luc Megens en Liza Leslie.

Luc Megens was onder meer betrokken bij onderzoek van werken van Vincent van Gogh. Hij is werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Zie: www.researchgate.net/profile/Luc_Megens

Liza Leslie, geaccrediteerd lid van APROA-BRK, de Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstvoorwerpen. Ze is werkzaam bij het internationaal opererende restaratie- en conservatiebedrijf Sofrino (Maastricht/Brussel/Moskou). Zie: www.sofrino.nl/over-ons/.

naar boven

[1] Kan pigmentonderzoek uitwijzen uit welk jaar (of circa welke jaren) een aquarel stamt? Of geeft dit alleen uitsluitsel over vanaf welk jaar een aquarel gemaakt kan zijn?

Liza Leslie: "Het is onmogelijk op basis van pigmentonderzoek een precies jaartal vast te stellen. Het is wel soms mogelijk met zekerheid te zeggen dat een bepaald werk na datum X is gemaakt, daar de pigmentsamenstelling eerder niet op de markt verkrijgbaar was. Dit is veel lastiger voor de 20ste eeuw, daar de meeste gangbare pigmenten aan het einde van de 19de eeuw op de markt zijn gebracht."

Luc Megens: "Al sinds de prehistorie gebruikt de mens pigmenten om objecten kleur te geven en te schilderen. Aanvankelijk waren dit hoofdzakelijk aardpigmenten (okers), roet, en mogelijk bloed. In het oude Egypte werd het eerste (anorganisch) synthetische pigment, het zogenaamde Egyptisch blauw, gemaakt. In de Romeinse tijd was ook loodwit al bekend, dat gemaakt werd door lood met azijn te laten reageren. Ook werden plantaardige extracten als kleurstof of pigment gebruikt.

Vanaf de vroeg-moderne tijd kwamen daar steeds meer pigmenten bij en na het midden van de 19e eeuw ontstond een enorme hausse in de ontwikkeling van synthetische organische kleurstoffen en pigmenten. Vrijwel al deze pigmenten zijn daarna in gebruik of bekend gebleven.

Daarom kan het het voorkomen van een pigment in een schildering doorgaans enkel een terminus post quem leveren, dat wil zeggen: de schildering kan pas zijn aangebracht na het ontdekken van het pigment. Van veel organische synthetische pigmenten is de productie op een gegeven moment wel weer gestopt, maar dat wil niet per definitie zeggen dat ze daarna niet meer gebruikt kunnen zijn. Goede vervalsers zullen ook dragers (papier, canvas, houten paneel) en verfstoffen gebruiken uit de tijd van het te vervalsen werk."

naar boven

2. Kan middels onderzoek – op welke manier dan ook – vastgesteld worden of een signatuur kort na de voltooiing van een aquarel is aangebracht?

Liza Leslie: "Dit kan vastgesteld worden met macro-fotografie. Op deze manier kun je de structuur van de handtekening vergelijken met de verfstructuur van de achtergrond. In principe zou dit 'nat in nat' moeten zijn, met uitzonderingen. Echter, met aquarellen is dit lastiger, aangezien deze vaker ondertekend zijn met potlood. Als dit het geval is werkt deze analyse niet."

Luc Megens: "Wij houden ons bezig met het natuurwetenschappelijk onderzoek van beschilderde objecten, met name de pigmenten daarop. Op grond daar van is dus vrijwel niet te zeggen of een signatuur op een aquarel gelijktijdig of later is aangebracht. Op (olieverf)schilderijen is dat nog wel eens duidelijk omdat dan te zien is dat een signatuur op een vernis tussen de schildering en signatuur is aangebracht. Ik betwijfel het of een restaurator materiaaltechnisch het verschil kan zien tussen een honderd of vijftig jaar oude signatuur."

naar boven

[3] Is voor zo’n pigmentonderzoek 100% betrouwbaar vergelijkingsmateriaal nodig? ‘t Probleem bij aan Hitler toegeschreven werken is namelijk dat vrijwel niemand weet wat de echte en wat de vervalste zijn, met als complicerende factor dat er meer vervalste dan echte bestaan.

Luc Megens: "Wij hebben van het merendeel van de olieverfschilderijen van Van Gogh het pigmentgebruik in kaart gebracht. Daaruit zijn wel patronen te herkennen. Zo gebruikte Van Gogh een ander palet van pigmenten in zijn Franse periode dan in zijn Hollandse periode, en tussen Parijs en Zuid-Frankrijk zijn ook wel wat verschillen aan te wijzen. Maar ook dan vallen daar nog wel een aantal authentieke, en kunsthistorisch zeker in een bepaalde periode gedateerde werken buiten.

Het hebben van 100% betrouwbaar vergelijkingsmateriaal helpt dus wel, maar geeft alsnog geen zekerheid. De kunstenaar kan best voor een bepaald werk toch andere verven gebruikt hebben dan hij doorgaans gebruikte. Een klein aantal vergelijkingsobjecten geeft slechts schijnzekerheid."

Liza Leslie: "Signaturen worden meestal geïdentificeerd door vergelijking met een veertig-, vijftigtal andere signaturen die beschikbaar zijn van dezelfde hand, met behulp van macro fotografie. Dit is in het geval van Adolf Hitler geen probleem."

Mevrouw Leslie, op dat laatste punt moeten we u helaas corrigeren: er zijn maar vier of vijf 100% authentieke Hitleraquarellen (eventueel) beschikbaar voor onderzoek; vier in Washington, één in Florence. Van nog eens zeven bestaan gedrukte reproducties - het is ons onbekend of die geschikt zijn voor degelijke signatuuranalyse. Maar dit terzijde.

naar boven

[4] Vergt pigmentonderzoek daadwerkelijk 'invasief onder-zoek'?

Luc Megens: "Het pigmentonderzoek op aquarellen doe ik non-invasief, met de zogenaamde röntgenfluorescentietechniek (XRF), waarmee de chemische elementen in de verf gedetecteerd worden. Dit werkt echter alleen voor anorganische (en een paar organische) pigmenten. Om vervolgens exact te bepalen in welke chemische verbindingen deze elementen voorkomen wordt dan ook nog röntgendiffractie gedaan, wat bij objecten tot enkele decimeters groot ook non-invasief kan gebeuren. Voor de organische pigmenten zijn wel non-invasieve technieken beschikbaar, maar die zijn minder specifiek dan monsteronderzoek. Voor dat monsteronderzoek hebben wij een methode waarmee een macroscopisch onzichtbaar monster van de aquarel genomen kan worden."

Liza Leslie: "Bij standaard pigmentanalyse is het nodig een dwarsdoorsnede te nemen van een gebied van het kunstwerk waar het pigment in te vinden is met behulp van SEM-EDX.

Echter, er zijn wel alternatieven. De beste manier om hedendaagse (synthetische) pigmenten te onderscheiden is met behulp van Micro-Ramanspectroscopie (MRS) dat de golflengtes van weerkaatst licht vergelijkt met een database."

[Een database die specifieke kenmerken van alle bekende pigmenten bevat - VdB&D]

naar boven

[5] Bestaan er technieken om te bepalen in welk jaar een aquarel en bijbehorend signatuur op een papier aangebracht zijn?

Liza Leslie: "Behalve pigmentanalyse zou het in principe mogelijk kunnen zijn om een tijdsperiode vast te stellen op basis van stijl-analyse (tekening en ondertekening), papier analyse en bindmiddelanalyse."

Luc Megens: "De enige dateringstechniek die ik ken met een (theoretische) resolutie van 1 jaar is de dendrochronologie, waarbij groei-ringen in hout worden vergelijken met een referentiechronologie. Dit is dus niet toepasbaar."

[6] Is voor pigmentonderzoek altijd vergelijkingsmateriaal van een ander door de zelfde vermeende maker gemaakt werk nodig?

Liza Leslie: "Niet noodzakelijkerwijs, maar het zou wel helpen."

naar boven

[6b] Hoeveel kost een pigmentonderzoek ongeveer, zowel qua tijd als geld?

Luc Megens: "Gedegen pigmentonderzoek van een aquarel zal enkele weken en dus enkele duizenden euro’s kosten."

Liza Leslie: "Het kan binnen een aantal dagen gebeuren. Het handigste is om te beginnen met het vaststellen van de aanwezige witpigmenten. MRS kan onderscheid maken tussen verschillende types titanium. Dit in combinatie met UV/IR analyse voor andere (organische) pigmenten en analyseren van eventuele ondertekening zal rond de 800-1000 Euro kosten."

naar boven


het NIOD-onderzoek | Authentieke werken | Visueel vergelijkingsmateriaal |
NIOD press release and its global impact | kranten 1930-1979
Samuel Morgenstern | De vervalsers | August Priesack | Peter Jahn |
Het boek van Price | De zegels | Conclusie

naar boven


DROOG- tijdschrift voor diepgravende onderzoeks-journalistiek. Droog, onafhankelijk en ter zake. Over zaken uit heden en verleden die er toe doen of deden. Zaken die meer aandacht vragen dan in een artikel van een of twee papieren pagina’s gegeven kan worden. 

Steun ons op Facebook: Droog - Slow jounalism

Doneer! Hoe? Mail: droog@epibreren.com

| naar boven