DROOG
HOME   
UITGEVERIJ   
UTRECHT 
FONDS   

versie: 20 december 2017 - NIOD | beginpagina Droog



Conclusie


De NIOD-verklaringen

- English text

NIOD Persbericht, 25-11-2017
NIOD-onderzoeksrapport, 14-11-2017



Samenstelling Jaap van den Born en Bart FM Droog, december 2017


Persbericht van het NIOD, 25 november 2017

Aquarel van Adolf Hitler bij het NIOD bezorgd

Authenticiteitsonderzoek wijst uit dat schilderij vrijwel zeker een origineel is

Dagboeken, brieven en foto’s worden nog dagelijks aangeboden aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Maar afgelopen voorjaar bracht een bezoeker iets heel anders mee: een donkerbruine houten lijst met daarin een aquarel gesigneerd A. Hitler. Na een maandenlang authenticatieproces is de voorlopige conclusie: een origineel schilderij van de hand van Adolf Hitler.

Te zien is een eenvoudig straatbeeld van – wat later bleek – de Neutor in Wenen. Tussen 1909 en 1913 voorzag Hitler zich in Wenen in zijn levensonderhoud door het verkopen van nageschilderde en nagetekende ansichtkaarten. Naar schatting maakte hij er zo’n twee- tot drieduizend; daarvan zijn er tussen de zevenhonderd en achthonderd bekend.

Van Hitler’s schilderijen bestaan veel vervalsingen. Voor NIOD-medewerker Acquisitie Gertjan Dikken die de schenking in ontvangst nam, reden de aquarel aan een systematisch onderzoek te onderwerpen.

Het onderzoek richtte zich onder meer op het onderwerp van de aquarel en twee zegels (van een kunsthandel en de Oostenrijkse justitie) aan de achterzijde. Gevoegd bij de resultaten van het materiaalonderzoek door papierrestauratoren van de afdeling Conservering en Restauratie van de Universiteit van Amsterdam kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

De herkomst en de manier waarop het schilderij is aangeboden aan het NIOD wekken geen enkel vermoeden dat hier sprake is van misleiding of te behalen voordeel;

Het onderwerp van het schilderij en de gevolgde werkwijze van de maker passen naadloos bij die van Hitler in die jaren;

Met name de originele zegels aan de achterzijde van de verlijmde aquarel – van Morgenstern en het Exekutionsgericht – vormen een sterk indirect bewijs van authenticiteit;

De materiaalanalyse bewijst dat het om een origineel geschilderd en gesigneerd werk gaat, vervaardigd met materiaal uit het begin van de twintigste eeuw.

,,Er maakte zich een historische sensatie van mij meester toen ik het werk in handen kreeg”, vertelt Dikken. ,,Voor zover wij weten zijn we de enige erfgoedinstelling in Nederland die een schilderij van Hitler in het bezit heeft.”

Er wordt nog bekeken of nader onderzoek nodig is. In ieder geval neemt het NIOD de aquarel op in de collectie. Het werk kan gebruikt worden voor educatieve doelstellingen en onderzoek. Hierdoor komt het schilderij ook niet op de markt.

naar boven


Het NIOD-onderzoek

NIOD-directeur Frank van Vree stuurde ons op 27 november 2017 een verslag van het NIOD-onderzoek naar de vermeende Hitler-aquarel, in de vorm van een document getiteld 'NIOD onderzoekt authenticiteit aquarel van Adolf Hitler'.

We lichten hier de opzienbarendste punten uit en geven er commentaar op.

1. De herkomstgeschiedenis
2. Vaststellen authenticiteit
3. Het onderwerp
4. Zegel kunsthandel Morgenstern
5. Stempel Weense Justitie

6. Materiaal onderzoek
7. Conclusie

Het complete document is te downloaden op:
http://www.bartfmdroog.com/droog/niod/niod-notitie-Aquarel-van-Adolf-Hiler-Neutor-14-nov-2017.pdf

naar boven


Het NIOD-onderzoek - becommentarieerde versie

1. De herkomstgeschiedenis

NIOD:
"Afgelopen winter bracht een vrouw, die verder anoniem wil blijven, een aquarel, gesigneerd met de naam A. Hitler, in een houten, donkerbruine lijst. Haar vader had het werk in de jaren zeventig gekocht, uitsluitend vanwege de lijst, op een rommelmarkt in de buurt van Utrecht, voor het luttele bedrag van 75 cent. Toen hij, thuisgekomen, de naam van de schilder zag en zich realiseerde wat hij had gekocht, stopte hij het schilderij direct in de kelder en wilde er nooit meer naar kijken. Aldus zijn dochter."

Alarmbel 1. Bij veel zogenaamde 'Hitlers' die na 1945 opduiken is de herkomstgeschiedenis onduidelijk en niet te checken. Zo ook in dit geval.

NIOD:
"De vrouw heeft een paar keer geprobeerd om het werk te slijten, maar geen enkel veilinghuis (Peerdeman en Christie’s) was geïnteresseerd. Ze was zich ervan bewust dat andere kunstwerken van Hitler de laatste jaren vele tienduizenden euros – of zelfs meer dan een ton - hadden opgebracht, maar ze wilde het niet meer in haar huis hebben. Om die reden heeft ze zich tot het NIOD gewend."

Alarmbel 2.
De vrouw had het dus eerst geprobeerd te verkopen, en toen dat niet lukte, wendde zich tot het NIOD. Vreemd.

Alarmbel 3. Twee veilinghuizen hebben het geweigerd. Waarom? Vonden de veilinghuizen dat het een vervalsing was? Of vanwege een andere reden? Het NIOD-rapport vermeldt het niet.

Toen we dat constateerden deelden we onze zorgen met Volkskrant-redacteur Rik Kuiper. Hij belde de veilinghuizen en werd verteld dat beide geen nazi-artefacten verhandelen, en dat ze daarom geen echtheids-onderzoek hadden gedaan.

We vroegen aan NIOD-directeur Frank van Vree waarom het NIOD niet nagetrokken had wat Kuiper inmiddels achterhaald had. Hij deelde ons daarop mee dat het NIOD wél navraag had gedaan bij deze veilinghuizen. Uitleg waarom dit dan niet in het onderzoeksverslag stond, gaf hij daarbij niet.

Overigens: dat twee Nederlandse veilinghuizen geen nazi-artefacten willen verhandelen hoeft niet te zeggen dat ze daarmee een principieel standpunt innemen. Het kan even zo goed een pragmatisch standpunt zijn: de ervaring leert dat op veilingen van nazi-artefacten vooral heel veel tot louter vervalsingen worden ingebracht. Het veilen van vervalst materiaal - ongeacht het verdere verhaal erachter - is natuurlijk niet goed voor de reputatie van een veilinghuis. Maar dit terzijde.

NIOD: "Op grond van de historische betekenis besloot het NIOD het schilderij aan te nemen – in ieder geval voor nader onderzoek, met de optie het in de collectie op te nemen. (...) Bijkomende overweging is dat het werk hiermee niet op de markt zou komen."

Commentaar: Echt of niet - is het de taak van het NIOD om te bepalen wat wel of niet op de markt komt?

NIOD: "De afgelopen maanden is geprobeerd de authenticiteit van het werk langs verschillende wegen vast te stellen. Op grond van de resultaten daarvan komt het instituut tot de conclusie dat alle tekenen erop wijzen dat het hier inderdaad om een origineel werk van Hitler gaat."

Commentaar: Integendeel, vrijwel alles wijst erop dat het bewuste aquarel een vervalsing is.

naar onderzoek | naar boven

2. Vaststellen authenticiteit

NIOD: "Het is bekend dat er nogal wat vervalste of onechte werken van Hitler in omloop zijn."

Alarmbel 4: 'Nogal wat' - boeiend eufemisme voor: 'alleen maar'. Er zijn - zover ons bekend - slechts vijf authentieke Hitlers bewaard gebleven, die allen in musea bewaard worden.

NIOD: "Soms gaat het daarbij om zeer getrouwe facsimiles, vervaardigd in 1935 in opdracht van het archief van de NSDAP, dat in het geheim onderzoek verrichtte naar Hitlers verleden en zijn kunstwerken in het bijzonder".

Commentaar: Dit 'geheime onderzoek in 1935' berust op verzinsels van na-oorlogse kunstzwendelaars.

NIOD: "De onderzoekers, W.H. Dammann en dr August Priesack (die later, in 1983, nog een rol zou spelen bij de internationale rel rond de vervalste Hitler-dagboeken), hadden tot taak de authenticiteit van de vele aan Hitler toegeschreven werken vast te stellen; zij konden daarbij niet alleen terugvallen op de beste experts, maar ook op het geheugen van de führer zelf."

Alarmbel 5: Dr. August Priesack, ook wel 'Prof. Dr.' August Priesack, een nazi die na de oorlog leraar geschiedenis was aan een Duits gymnasium (en zich daarom 'Professor' mocht noemen), in 1929 gepromoveerd bij een nazi-hoogleraar in München. Priesack speelde een belangrijke rol bij het 'authentiseren' van de vervalste Hitler-dagboeken in 1983. Dat hij voor de oorlog betrokken was bij het authenticeren van Hitlers werken, is een verzinsel van Priesack, in die in de jaren '80 een vervalste cv instak in het NSDAP-Hauptarchiv-materiaal bij het Institut für Zeitgeschichte in München.

Priesacks zwendel bestond vooral uit het authentiseren (middels echtheidscertificaten van vervalste Hitler en andere nazi-artefacten. Dit deed hij vanaf tenminste 1978 tot in de jaren negentig.

In de Volkskrant d.d. 25 november 2017 zegt NIOD-onderzoeker Gertjan Dikken zelfs expliciet dat hij in boek van Price de handtekening op het NIOD-aquarel nagezocht heeft:

 
"Kijk, daar op pagina 15 van het boek van Price kwam hij het zegel van Morgenstern al tegen, precies zoals dat ook op 'hun' aquarel zat.

Een pagina verder: veertig fotootjes van de verschillende manieren waarop Hitler zijn werk signeerde. In hoofdletters. In zwierig schoonschrift. en daar, midden op de pagina, zijn naam in letters die leken op de letters op het aquarel hier."

Dikken bladerde verder (...) En toen, jawel, daar zag Dikken dezelfde toren. 'Alt Wien Neuthor' stond eronder. Gemaakt tussen 1910 en 1912. Aquarel. Andere stijl, zelfde schaduwen.
Hij kwam nu in de buurt. Maar hoe goed hij ook zocht, een andere prent van deze toren kon hij niet vinden in dit boek van Price, dat gold als de meest uitgebreide catalogus van het werk van Hitler."
 

Wat hier gebeurde, is exact hetzelfde wat geschiedde bij de authenticatie van Hitlers dagboeken, in 1983. Ook toen schoof Dr. August Priesack onderzoekers vervalst materiaal toe, om de echtheid van de eveneens vervalst dagboeken te bewijzen.

Het is - excusez le mot - krankzinnig dat het NIOD anno 2017 zich op precies dezelfde wijze heeft laten bedotten.

naar onderzoek | naar boven

3. Het onderwerp

NIOD:
"De aquarel is geschilderd naar een ansichtkaart van de Neutor, of Neu Thor, een toren in Wenen, gebouwd in 1558 en afgebroken in 1860. Dat was precies hoe Hitler in Wenen werkte: hij voorzag – na tweemaal te zijn afgewezen voor de kunstacademie - tussen 1909 en 1913 in zijn levensonderhoud door het verkopen van nageschilderde en nagetekende ansichtkaarten. Naar schatting maakte hij er zo’n twee- tot drieduizend; daarvan zijn er tussen de 700 en 800 bekend. (...)"

Alarmbel 6: de getallen die het NIOD hier noemt, stammen uit één bron:

Adolf Hitler als Maler und Zeichner. Ein Werkkatalog der Ölgemälde, Aquarelle, Zeichnungen und Architekturskizzen
. Gallant Verlag, Zug 1983 (Engelse titel: Adolf Hitler. The unknown artist. Billy F. Price Publishing House, Houston, 1984).

Dit boek, gefinancierd door de Amerikaanse multimiljonair en nazi-artefectenverzamelaar Billy F. Price heeft Peter Jahn en Prof. Dr. August Priesack als co-auteurs. Zij noemden in dat boek, waar ruim zevenhonderd zogenaamde Hitlers in staan afgedrukt, het getal van twee tot drieduizend door Hitler geproduceerde tekeningen en aquarellen.

In werkelijkheid lag de productie van Hitler beduidend lager: hij maakte 'slechts' enkele honderden aquarellen. Volgens bronnen van kort na de oorlog zou hij circa driehonderd vervaardigd hebben.

Alleen al hieruit blijkt dat Price's boek hoofdzakelijk vervalsingen bevat. een gegeven dat bevestigd wordt door Konrad Kujau, de bekendste Hitlerschilderijen, - gedichten en dagboekenvervalser, die na z'n arrestatie bekende dat zo'n honderdzeventig in Price's boek opgenomen 'Hitlers' door hem, Kujau dus, gemaakt zijn.

Dit was allemaal al in 1984 bekend. In dat jaar schreef Hermann Weiss (1932-2015), onderzoeker van het Institüt für Zeitgeschichte (kort door de bocht: de Duitse tegenhanger van het NIOD) over het boek van Price:

 
"Deze catalogus, de eerste poging het teken- en schilder-werk van Hitler te bezorgen, bevat niet alleen de intussen bekend geworden Hitler-vervalsingen van Konrad Kujau, maar is ook vanwege zijn verdere onzorgvuldigheden en fouten alleen na kritisch onderzoek van de geboden infor-matie te gebruiken."

Hermann Weiss.
In: Die Aquerelle Hitlers (Alinari, Florence, 1984), blz 73.

 

De Amerikaanse historicus Frederic Spotts (1930) stelde in zijn werk Hitler and the Power of Aesthetics (2002) dat het boek van Price, Jahn en Priesack hoofdzakelijk uit vervalsingen bestaat; hij noemt 'voor tweederde'. Al eerder signaleerde een andere Hitler-kenner, de Duits-Oostenrijkse historica Brigitte Hamann (1940-2016), in haar boek Hitlers Wien (1996; Engelse titel Hitler's Vienna) dat Price's boek ook veel vervalsingen gemaakt door Reinhold Hanisch bevat.

Al deze uiterst belangrijke informatie is het NIOD ontgaan. Sterker nog: het NIOD gebruikte een afbeelding van een 'Hitler'-signatuur uit Price's boek als bewijs voor de echtheid van de in 2017 'onderzochte' aquarel.

Overigens: na de hele materie uitvoerig bestudeerd te hebben menen wij dat de schatting van Spotts aan de lage kant is.

naar onderzoek | naar boven

4. Zegel kunsthandel Morgenstern

 
Links het zegel op het NIOD-doek, rechts een ander Morgenstern-zegel, aangetroffen op het aan Hitler toegeschreven werk 'Interior of the Franciscan Church, dat uit 1912 zou stammen. Zijn beide zegels vervalsingen, zijn beide echt, is één van beide een vervalsing? Wie het weet mag het zeggen.
Wat wel bekend is, is dat beide zegels van een type zijn dat vooral als sluitzegel voor brieven werd gebruikt, in zwang ca. 1845-1950. Op de vele duizenden soortgelijke Weense zegels staan echter geen telefoonnummers vermeld .*
Het telefoonnummer op het rode zegel (letter plus vijf cijfers, A 17447) stamt uit 1928 of later .**
Het aquarel met het rode zegel werd in 2013 geveild voor $ 11.000,- ***

NIOD: "Aanvankelijk werkte Hitler samen met Rheinold Hanish, met wie hij samen in een daklozenopvang - Männerwohnheim - aan de Meldemannstraße verbleef. Terwijl Hitler schilderde, verkocht Hanisch zijn werk, en ze deelden de opbrengst. Daarover kregen de mannen evenwel een conflict, en in de zomer van 1910 spatte de vriendschap uiteen. Hitlers belangrijkste afnemers waren de kunst- en lijstenmakerijen van twee (joodse) zakenlieden, Jacob Altenberg en Samuel Morgenstern. Deze aquarel komt uit de winkel van Morgenstern, zoals blijkt uit het zegel aan de achterzijde van de in het paspartout verlijmde aquarel."

Commentaar: de naam van Hitlers jeugdvriend was 'Reinhold Hanisch', niet 'Rheinold Hanish'. Onthoud die naam.
Morgenstern was zeker geen kunsthandelaar. Lijstenmaken was voor hem een nevenactiviteit.

Het zegel - ook al zou het echt zijn - bewijst niét dat de NIOD-aquarel uit de winkel van Morgenstern stamt.

Samuel Morgenstern, een van de afnemers van Hitlers schilderijen in 1910-1913, was als glaszetter, glashandelaar en lijstenmaker actief van 1904-1938. Materiaal met zo'n zegel erop zou in het Wenen van vóór de Anschluss relatief makkelijk te verkrijgen moeten zijn geweest. Als zó'n zegel destijds bestaan heeft - en dat is zeer de vraag.

Want alles wijst erop dat het blauwe zegel een vervalsing is.

- Het zegel vermeld niet Morgensterns hoofdactiviteit
- Het zegel bevat een telefoonnummer, wat hoogst ongebruikelijk is.
- Het zegel duikt verder alleen op in het boek van Price.

Zie: Zegels en stempels met een geurtje.


* Veikko Jungbluth. Wien Siegelmarken. Veikkos, Eichwalde. [Gezien 13-12-2017]
http://www.veikkos-archiv.com/index.php?title=Kategorie:Wien_Siegelmarken
** Telephon. Wien Geschichte Wiki. Stadt Wien, [gezien 13-12-2017].

https://www.wien.gv.at/wiki/index.php?title=Telephon
Österreich. Chronik - Geschichtliche Ereignisse des Fernmeldewesens der Länder in Europa und US. Bayern-Online.com. [Gezien 15-12-2017].
http://www.bayern-online.com/v2261/artikel.cfm/203/1-Oesterreich.html
*** Lot 0001 in 2013 Winter Auctions Day 1 by Alexander Historical Auctions LLC
https://www.liveauctioneers.com/item/15419178_1-adolf-hitler-church-interior-watercolor-painting

naar onderzoek | naar boven

5. Stempel [= zegel] Weense Justitie

NIOD: "Naast het zegel van Morgenstern draagt de achterzijde een tweede zegel, van het Exekutiongericht Wien. Twee Oostenrijkse onderzoekers, dr Florian Wenninger en prof. dr Bertrand Perz, historici aan het Institut für Zeitgeschichte, verklaren onafhankelijk van elkaar dat dit zegel werd gebruikt van mei 1919 tot april 1934, wanneer Dollfuss de macht krijgt en de afbeelding wordt vervangen door een "Doppeladler" (adelaar met twee koppen). Het zou kunnen dat het zegel, die vaak in grotere oplagen werden gedrukt, nog iets langer is gebruikt, maar dan niet langer dan een paar maanden. Na de oorlog zou het oude zegel niet meer worden gebruikt.

Afgaande op het zegel zou het werk door justitie in beslag moeten zijn genomen vóór april 1934. Het is niet uit te sluiten dat dit is gebeurd tussen juni 1933 en april 1934: in in juni 1933 werd de NSDAP namelijk vanwege haar heftige politieke acties en staatsondermijnende activiteiten in Oostenrijk verboden. Dat wil zeggen dat het werk in beslag is genomen voordat Priesack en zijn collega’s (die in 1935 aangesteld werden) facsimiles gingen maken."


Commentaar: De Weense onderzoekers hebben hun werk goed gedaan, niets wijst er op dat dit zegel een vervalsing is. Tegelijkertijd is er geen enkel bewijs voor de theorie van het NIOD, dat de Oostenrijkse autoriteiten in 1933-1934 door Hitler geschilderde aquarellen in beslag hebben genomen. Waarom zouden ze ook? De aquarellen van Hitler uit 1910-1917 hebben een volstrekt apolitiek karakter.

Waar wél bewijs voor is - in de vorm van vier krantenberichten uit 1933* - is dat tussen 21 april en 6 juli 1933 tenminste één en vermoedelijk drie vervalste Hitlerschilderijen in beslag zijn genomen, nadat Adolf Hilter via een vertegenwoordiger aangifte van de vervalsingen had gedaan bij de Oostenrijkse autoriteiten.

De persoon die van de vervalsing verdacht werd was... Reinhold Hanisch, die ca. 5 juli 1933 voor de Weense rechter Dr. Scholz stond. In een rechtbank waar het 'Exekutionszegel bij in gebruik was, van 1930-1934.

Mogelijk is het NIOD-aquarel een van die toen in beslag genomen werken.

Ook dit is een theorie - maar een veel logischer dan de NIOD-theorie. Onderzoek in Oostenrijkse gerechtsarchieven zou in deze helderheid kunnen brengen.

Wat NIOD beweert over de activiteiten van de heer Priesack en diens collega's is pure flauwekul, waar we verder niet op ingaan. Zie daarvoor de August Priesack-pagina.


* We found four newspapers articles on the case; these are the two most important.
Hitler als Aquarellmaler. Österreichisches Abendblatt, 05-07-1933.
http://anno.onb.ac.at/cgi-content/anno?aid=oab&datum=19330705&seite=5&
zoom=33&query= %22hanisch%22%2B%22hitler%22&ref=anno-search

Was Hitler schilder?. De Tijd, 12-07-1933.
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010535381:mpeg21:a0144

naar onderzoek | naar boven

6. Materiaal onderzoek

NIOD: "De aquarel is vervolgens onderzocht door de afdeling Conservering & Restauratie van de Universiteit van Amsterdam. Bas van Velzen, papierrestaurator, bekend van zijn onderzoek over de Anton Heyboer-vervalsingen, maakte de aquarel tot onderwerp van zijn college: het werk werd met UV-licht onderzocht, onder de microscoop gelegd en materiaaltechnisch geanalyseerd. (...) Op grond van deze materiaalanalyse kwamen Van Velzen en zijn collega Idelette van Leeuwen, hoofd van de afdeling papierrestauratie van het Rijksmuseum in Amsterdam, tot de conclusie dat het werk zeer waarschijnlijk authentiek is. Anders gezegd: de ‘kansen op vervalsing zijn erg klein’."

Commentaar: Met alle respect voor de exepertise van Bas van Velzen en Idelette van Leeuwen - als papierrestaurateurs kunnen ze niets zeggen over wie de afbeelding op het door het NIOD bij hun bezorgde papier heeft gemaakt.

Hooguit kunnen ze vertellen vanaf welk jaar het papier en het karton van de passepartout geproduceerd zijn - maar juist daarover staat niets in het NIOD-onderzoeksrapport.

NIOD: "Daarbij werden o.a. de volgende conclusies getrokken:
- Het werk kan op grond van UV-analyse worden gedateerd van vóór 1942;
- Het papier (tekenpapier, geen speciaal aquarelpapier) is ruw en vies;
- op grond van de kwaststrepen (in de ramen) kan worden vastgesteld dat het echt om een geschilderd aquarel gaat;
- ook de handtekening is met penseel geverfd, niet met een pen gemaakt;
- de achterzijde is van goedkoop karton, gemaakt uit houtpulp van harsrijke pijnbomen (‘braunschliff’);
- met een AXIOscoop is vastgesteld dat het karton aan de achterzijde sterk is gedegenereerd; het heeft korte vezels en bevat katoen en hennep (wat wijst op ouderdom) ;
- de passe-partout is van goedkope, maar niettemin wat betere kwaliteit, schoner en met langere vezels;"

Commentaar: Het enige wat hieruit geconcludeerd kan worden is dat iemand het NIOD-aquarel geschilderd heeft, op papier en karton dat vóór 1942 dateert, en dat die iemand een 'oud' achtergrondkarton gebruikt heeft. Wanneer het geschilderd is, en door wie, blijft vanzelfsprekend een raadsel.

NIOD: "Een definitiever antwoord is mogelijk wanneer een sample van de aquarel zelf wordt gemaakt, om het pigment in de verf te dateren, en wanneer het werk los zou worden gemaakt van de - volledig vastgelijmde - paspartout."

Commentaar: Ook een pigmentonderzoek zal niet aantonen door wie of wanneer het werk geschilderd is, het kan hooguit aantonen dat het werk niet vóór een bepaald jaar geschilderd kan zijn.

naar onderzoek | naar boven

7. Conclusie

NIOD: "Op grond van bovenstaande bevindingen, en dan met name de combinatie daarvan, is de voorlopige conclusie dat het hier inderdaad om een originele aquarel gaat:

[1]- De manier waarop het is aangebracht wekt geen enkel vermoeden dat hier sprake is van misleiding of te behalen voordeel;
[2]- Qua thematiek en gevolgde werkwijze past het in het werk dat Hitler in die jaren maakte;
[3]- Met name de originele zegels aan de achterzijde van de verlijmde aquarel – van Morgenstern en het Exekutionsgericht – vormen een onverwacht sterk additioneel bewijs;
[4] De materiaalanalyse bewijst het geschilderde karakter en geeft geen aanleiding te twijfelen aan de datering.
"

Commentaar: Wat het NIOD beweert, klopt. Het is een originele aquarel. Daar hoeft geen twijfel over te bestaan. Maar dat het een origineel door Hitler geschilderd aquarel zou zijn, daar heeft het NIOD-'onderzoek' absoluut geen bewijs van opgeleverd.

[1] De manier waarop het werk is 'aangebracht: i.e. de vrouw die met een ongeloofwaardig verhaal bij het NIOD aanklopt, nadat twee pogingen tot verkoop op niets uitliepen, wekt argwaan op.

[2] Vervalsers weten dit natuurlijk ook.

[3] Vooral het Exekutionszegel is een zeer sterke aanwijzing dat het om een vervalsing gaat. Het Morgensternzegel zegt in principe niets - een vervalser die ca. 1933 weet had van Hitlers jeugdjaren zou zo'n zegel als misleidend echtheidsteken aangebracht kunnen hebben. Eén zo'n vervalser kennen we zelfs bij naam: Reinhold Hanisch.

[4] De materiaalanalyse bewijst alleen dat het werk inderdaad een aquarel is. Deze analyse heeft bovendien geen enkele concrete datering opgeleverd.

Wat vooral opvalt is wat het NIOD allemaal niét heeft onderzocht.


NIOD: "De eerste resultaten van dit onderzoek zijn afgelopen maand gepresenteerd door Gertjan Dikken, informatie- en collectiespecialist acquisitie van het NIOD, tijdens een sessie van de international workshop Standing up to Scrutiny: Authenticating Holocaust Documentation, van 23 tot 25 oktober 2017 in het United States Holocaust Memorial Museum, georganiseerd door EHRI, de European Holocaust Research Infrastructure (waarvan het NIOD de penvoerder is)."

Commentaar: Het is verontrustend dat niemand van de aanwezige EHRI-partners bij de presentatie in het United States Holocaust Memorial Museum (Washingon D.C., USA), de zeepbel van de NIOD-claim heeft doorgeprikt.

Het is tamelijk verbazingwekkend dat de NIOD-onderzoeker die in Washington aanwezig was niét de moeite heeft genomen om het eveneens in Washington gevestigde U.S. Army's Center of Military History te bezoeken. Daar worden al vanaf 1950 vier authentieke Hitler-aquarellen bewaard. Het zou voor deze NIOD-medewerker een kleine moeite geweest zijn om de signaturen op die aquarellen te fotograferen, en de signatuur op de NIOD-aquarel met de gefotografeerde te vergelijken.

Wat ons ook verbaasde was dat bij het NIOD-rapport geen overzicht van gebruikte bronnen vermeld stond. Na herhaaldelijk aandringen om ons van de bronnenlijst te voorzien, deelde NIOD-directeur Frank van Vree dit daarover mee*:

"Je vraag om 'een overzicht van gebruikte bronnen' kan ik niet direct beantwoorden, want zo hebben we het tot nu toe niet opgezet; daarvoor zouden we eerst weer de zoektocht (waaraan ook meerdere mensen hebben meegewerkt) systematisch moeten terugrollen."

Een onderzoek zonder bij te houden wat de geraadpleegde bronnen zijn? Bij het NIOD draait men daar de hand niet voor om.

* E-mail aan Bart FM Droog; ge-CC'ed aan Jaap van den Born, Volkskrantredacteur Rik Kuiper en NIOD-medewerkers Gertjan Dikken; Barbara Boender; Erik Somers en Piet van Wijk, 28-11-2017.

naar onderzoek | naar boven


English text

NIOD Press Release
The NIOD investigation, with comments




NIOD press release, November 25, 2017:

Watercolor of Adolf Hitler delivered at NIOD

Authenticity research proofs that painting is almost certainly an original

Journals, letters and photographs are still offered daily at the NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies. But last spring a visitor brought something completely different: a dark brown wooden frame with a watercolor signed A. Hitler. After months of authentication research, the preliminary conclusion is: an original painting by Adolf Hitler.

It shows a simple street scene of what turned out to be the Neutor (New Gate) in Vienna. Between 1909 and 1913, Hitler earned a living in Vienna by selling self painted postcards. It is estimated that he made about two to three thousand; between seven hundred and eight hundred are known.

Many forgeries of Hitler's paintings exist. That's why NIOD employee Gertjan Dikken undertook a systematic investigation of the watercolor.

The research focused on the subject of the watercolor and two seals (from an art trade and the Austrian justice) on the back. The following conclusions can be drawn from the results of the material research by paper conservators from the Conservation and Restoration Department of the University of Amsterdam:

The origin and the way in which the painting is presented to the NIOD do not raise any suspicion that this is a forgery or that someone wil profit from it.

The subject of the painting and the method of working of the maker are almost exactly the same as other subjects painted by Hitler and how he worked.

In particular, the original seals on the back of the glued watercolor - of Morgenstern and the Exekutionsgericht - form a strong indirect proof of authenticity;

The material analysis proves that it is an original painted and signed work, made with material from the beginning of the twentieth century.

"A historical sensation took hold of me when I received the piece," says Dikken. "As far as we know we are the only heritage institution in the Netherlands that owns a painting made by Hitler."

It is still being examined whether further research is needed. In any case, the NIOD incorporates the watercolor into the collection. The work can be used for educational purposes and research. As a result, nobody will be able to buy it.

to begin English text | to top of page


The NIOD investigation

On 27 November 2017, NIOD director Frank van Vree sent us a copy of the NIOD investigation into the alleged Hitler watercolor, a document entitled 'NIOD examines the authenticity of watercolor by Adolf Hitler'.

We focus on the most remarkable points from this document and comment those.

1. The provenance of the NIOD watercolor
2. Determination of authenticity
3. The subject
4. Seal 'art dealer' Morgenstern
5. Seal Viennese Justitice

6. Research of the material
7. Conclusion

The NIOD-document can be downloaded at:
http://www.bartfmdroog.com/droog/niod/niod-notitie-Aquarel-van-Adolf-Hiler-Neutor-14-nov-2017.pdf

to begin English text | to top of page


The NIOD investigation - commented version

1. The provenance of the NIOD watercolor

NIOD: "Last winter a woman, who wants to remain anonymous, brought a watercolor, signed with the name A. Hitler, in a wooden, dark-brown frame. Her father had bought the work in the seventies, solely because of the framet, on a flea market near Utrecht, for the mere amount of 75 cents. When he came home and saw the name of the painter, he realized what he had bought. He put the painting directly in the cellar and never wanted to look at it again. So his daughter said."

Alarm bell 1. A with many alleged Hitler painings that emerged after 1945, the provenance history is unclear and can not be checked. As in this case.

NIOD: "The woman had tried to sell the work, but no auction house (Peerdeman and Christie's) was interested She. was aware that Hitler's other artworks have yielded tens of thousands of euros in recent years - or even more than one hundred thousand, but she did not want it in her house anymore, which is why she turned to the NIOD. "

Alarm bell 2. So the woman had tried to sell it first, and when she didn't succeed in selling it, she turned to the NIOD. Strange.

Alarm bell 3. Two auction houses refused. Why? Did the auction houses think it was a forgery? Or because of something else? The NIOD report does not mention it.

When we noticed this, we shared our concerns with Volkskrant editor Rik Kuiper. He called the auction houses and was told that both did not trade in Nazi artifacts, and that they had therefore not carried out an authenticity investigation.

We asked NIOD director Frank van Vree why the NIOD had not checked this. He informed us that the NIOD had ask questions to these auction houses. He did not explain why this was not included in the research report.

Incidentally, that two Dutch auction houses do not want to trade Nazi artifacts, does not necessarily mean that they take a principled position. It can just as well be a pragmatic position: experience shows that on auctions of Nazi artefacts many forgeries are offered. The auctioning of forged material - regardless of the further story behind it - is of course not good for the reputation of an auction house. But this aside.

NIOD: "On the basis of the historical significance, the NIOD decided to accept the painting - at least for further research, with the option to include it in the collection. (...) Additional consideration is that the work is not on the market."

Authentic or not - is it NIOD's mission to determine what will or will not be on the market?

NIOD: "Over the past few months, attempts have been made to establish the authenticity of the work in various ways, and based on the results, the institute concludes that all signs indicate that this is indeed an original work by Hitler."

On the contrary, almost everything indicates that this watercolor is a forgery.

2. Determination of authenticity

NIOD: "It is known that there is quite a few of falsified or unauthentic works by Hitler in circulation."

Alarm bell 4: 'Quite a few' - fascinating euphemism for: 'just'. As far as we know, only five authentic Hitlers have been preserved, all of which are kept in museums.

NIOD: "Sometimes these are very faithful facsimiles, made in 1935 by order of the archive of the NSDAP, which secretly carried out research into Hitler's past and his works of art in particular."

This 'secret investigation in 1935' is based on fabrications of two post-war art swindlers, the Austrian Peter Jahn and the German August Priesack.

NIOD: "The researchers, WH Dammann and Dr August Priesack (who later, in 1983, would still play a role in the international riot around the forged Hitler diaries), had to determine the authenticity of the many works attributed to Hitler. they could not only fall back on the best experts, but also on the memory of the führer himself. "

Alarm bell 5: Dr. August Priesack, also called 'Prof. Dr. ' August Priesack, a Nazi who was after the war a history teacher at a German gymnasium (and therefore could call himself 'Professor'), got his Doctor title in 1929 by a Nazi professor in Munich. Priesack played an important role in 'authenticating' the falsified Hitler diariess in 1983. The fact that he was involved in the authentication of Hitler's works before the war is a concoction of Priesack. In the 1980s he slipped his falsified cv into the NSDAP-Hauptarchiv files at the Institut für Zeitgeschichte in Munich.

Priesack's scam consisted mainly of authenticating forged Hitler and other Nazi artefacts, through issuing fraudulous certificates of authenticity, from at least 1978 until the nineties.

He was with Billy F. Price and Peter Jahn co-author of Adolf Hitler als Maler und Zeichner. Ein Werkkatalog der Ölgemälde, Aquarelle, Zeichnungen und Architekturskizzen (1983, English title Adolf Hitler. The unknown artist), a book with pictures of more than 300 'authentic Hitler' paintings - most of them forgeries.

In the Volkskrant of November 25, 2017, NIOD researcher Gertjan Dikken explicitly states that he checked the signature on the NIOD watercolor in afore mentioned book, that's also known as Price's book:

 

"Look, on page 15 of Price's book he came across the seal of Morgenstern, just as it was on 'their' watercolor.

One page further: forty photographs of the different ways in which Hitler signed his work. In Capital Letters. In dashing calligraphy. And there, in the middle of the page, his name in letters resembling the letters on the watercolor here. "

Dikken continued to browse (...) And then, yes, Dikken saw the same tower there. With 'Alt Wien Neuthor' underneath. Made between 1910 and 1912. Watercolor. Different style, same shadows.

He was getting somewhere, now. But no matter how well he looked, he could not find another print of this tower in this book by Price, which was considered the most extensive catalog of Hitler's work. "

 

What happened here is exactly the same as what happened with the authentication of Hitler's diaries, in 1983. Then too, Dr. August Priesack handed researchers falsified material to prove the authenticity of the also forged diaries.

It is - excusez le mot - insane that the NIOD anno 2017 is swindled in the same way as German and English researchers were in 1983.

to begin English text | to top of page

3. The subject

NIOD: "The watercolor is painted on a postcard of the Neutor, or Neu Thor, a tower in Vienna, built in 1558 and demolished in 1860. That was exactly how Hitler worked in Vienna: after being twice rejected for the art academy - he made between 1909 and 1913 a living by selling post-painted and postcards. It is estimated that he made two to three thousand, between 700 and 800 are known. (...) "

Alarmbel 6: the numbers that the NIOD mentions here come from one source:

Adolf Hitler as Maler und Zeichner. Ein Werkkatalog der Ölgemälde, Aquarelle, Zeichnungen und Architekturskizzen. Gallant Verlag, Zug 1983 (English title: Adolf Hitler. The unknown artist, Billy F. Price Publishing House, Houston, 1984).

This book, financed by the American multimillionaire and Nazi artefacts collector Billy F. Price, had Peter Jahn and Prof. dr. Dr. August Priesack as co-authors. They state in this book, which contains more than seven hundred so-called Hitlers, the number of two to three thousand drawings and watercolors produced by Hitler.

In reality, Hitler's production was significantly lower: he 'only' made several hundred watercolors. According to sources shortly after the war, he would have produced around three hundred.

This alone shows that Price's book contains mainly forgeries. A fact confirmed by Konrad Kujau, the best-known Hitler paintings, - poems and diary forger, who, after his arrest, confessed that around a hundred and seventy 'Hitlers' included in Price's book were made by him, Kujau.

This was all known in 1984. In that year Hermann Weiss (1932-2015), researcher of the Institüt für Zeitgeschichte (the German counterpart of the NIOD) wrote about the book of Price:

 
"This catalogue (...) must be used with caution not only because it also includes the forgeries of Konrad Kujau, since discovered, but also because of other imprecisions and errors."

Hermann Weiss.
In: Die Aquerelle Hitlers (Alinari, Florence, 1984), blz 73.

 

The American historian Frederic Spotts (1930) stated in his work Hitler and the Power of Aesthetics (2002) that the book by Price, Jahn and Priesack consists mainly of forgeries; he mentions 'for two thirds'. Earlier, another Hitler expert, the German-Austrian historian Brigitte Hamann (1940-2016), noted in her book Hitlers Wien (1996, in English: Hitler's Vienna, 1999) that Price's book also contains many forgeries made by Reinhold Hanisch.

All this extremely important information was unknown by the NIOD. In fact, the NIOD used an image of a 'Hitler' signature from Price's book as proof of the authenticity of the 'examined' watercolor in 2017.

By the way: after studying the entire matter thoroughly, we believe that the estimate of Spotts is on the low side. At least 90% of the paintings depicted in the book are forgeries.

to begin English text | to top of page

4. Seal 'art dealer' Morgenstern

 

On the left the seal on the NIOD canvas, on the right another Morgenstern seal, found on the work attributed to Hitler 'Interior of the Franciscan Church, dated 1912. Are both seals forgeries, are both genuine, is either a forgery? Who knows may say.
What is known hower is that both seals are of a type that was mainly used as an advertorial stamp and as a seal for letters, in vogue about 1845-1950. However, there are no telephone numbers on the many thousands other similar Vienna stamps.*
The telephone number on the red seal (letter plus five digits, A 17447) dates from 1928 or later.**
The watercolor with the red seal was auctioned in 2013 for $ 11,000.***

NIOD: "Initially, Hitler worked with Rheinold Hanish, with whom he lived together in a homeless shelter - Männerwohnheim - on the Meldemannstraße. Hanisch sold the works that Hitler had painted, and they shared the profit, but the men got a conflict about that, and in the summer of 1910 their friendship ended. , Hitler's main customers were the art and frame workshops [?] of two (Jewish) businessmen, Jacob Altenberg and Samuel Morgenstern. This watercolor [i.e. the NIOD-painting], originates from the Morgenstern store, as shown by the seal gluedon the back of the paspartout on which the watercolor is glued."

The name of Hitler's buddy was 'Reinhold Hanisch', niet 'Rheinold Hanish' - we'll come back on him later.
Morgenstern was not an art maker, nor an art dealer. Making frames was for him a side activity. He was registered as 'Glaser,' i.e. maker of frames for window glass.

The seal - even if it would be authentic - is no proof that the NIOD-watercolor originates from Morgenstern's shop.

Samuel Morgenstern, one of the buyers of Hitler's paintings in 1910-1913, was active as a glazier, glass merchant and frame maker from 1904-1938. Material with such a seal on it should have been relatively easy to obtain in Vienna from before the Anschluss. If such a seal existed at the time - and that is very much the question.

Because everything indicates that the blue seal is a forgery.

- The seal does not mention Morgenstern's main activity
- The seal contains a telephone number, which is highly unusual.
- The seal only appears in the book of Price.

See also: Seals and stamps with a scent.

Notes on 4.

* Veikko Jungbluth. Wien Siegelmarken. Veikkos, Eichwalde. [Gezien 13-12-2017]
http://www.veikkos-archiv.com/index.php?title=Kategorie:Wien_Siegelmarken
** Telephon. Wien Geschichte Wiki. Stadt Wien, [gezien 13-12-2017].

https://www.wien.gv.at/wiki/index.php?title=Telephon
Österreich. Chronik - Geschichtliche Ereignisse des Fernmeldewesens der Länder in Europa und US. Bayern-Online.com. [Gezien 15-12-2017].
http://www.bayern-online.com/v2261/artikel.cfm/203/1-Oesterreich.html
*** Lot 0001 in 2013 Winter Auctions Day 1 by Alexander Historical Auctions LLC
https://www.liveauctioneers.com/item/15419178_1-adolf-hitler-church-interior-watercolor-painting

to begin English text | to top of page

5. Seal Viennese Justice

NIOD: "In addition to the seal of Morgenstern, the reverse carries a second seal, from the Exekutiongericht Wien. Two Austrian researchers, Dr. Florian Wenninger and Prof. Bertrand Perz, historians at the Institut für Zeitgeschichte, independently state that this seal was used from May 1919 until April 1934, when Dollfuss gets the power and the image is replaced by a " Doppeladler "(eagle with two heads). It could be that the seals, which were often printed in larger print runs, were used a little longer, but not longer than a few months. After the war the old seal was no longer in use.

Relying on this seal, the watercolor should have been confiscated by the judiciary before April 1934. It can not be ruled out that this happened between June 1933 and April 1934: in June 1933 the NSDAP became banned, because of its violent political actions and undermining activities in Austria. Which means that the watercolor was confiscated before Priesack and his colleagues (who were appointed in 1935) made facsimiles."

The Viennese researchers have done a good job. Nothing indicates that this seal is a forgery. At the same time there is no evidence for the theory of the NIOD, that the Austrian authorities in 1933-1934 seized paintings made by Hitler. Why would they? The watercolors of Hitler from 1910-1917 are completely apolitical in character.

Hower, evidence exists- in the form of four newspaper reports from 1933* - that between April 21 and July 6, 1933 at least one and probably three forged Hitler paintings were confiscated. This happened after Adolf Hilter had made a formal complaint because of the forgeries.

The person was suspected of the forgery was ... Reinhold Hanisch, who stood in July 1933 on trial in front of the Viennese judge dr. Scholz, in a court that used the Exekutiongericht seal, from 1930-1934.

The NIOD watercolor may be one of the works that were confiscated in 1933. This too is a theory - but a lot more logical than the NIOD theory. Research in Austrian court archives might yield definite answers on this.

What NIOD claims about the activities of Mr Priesack and his collegues belongs to the realm of fantasy - there's no need to go into that, see the August Priesack-page for the reasons why not.



Notes on 5.

* We found four newspapers articles on the case; these are the two most important.
Hitler als Aquarellmaler. Österreichisches Abendblatt, 05-07-1933.
http://anno.onb.ac.at/cgi-content/anno?aid=oab&datum=19330705&seite=5&
zoom=33&query= %22hanisch%22%2B%22hitler%22&ref=anno-search

Was Hitler schilder?. De Tijd, 12-07-1933.
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010535381:mpeg21:a0144

to begin English text | to top of page

6. Research of the material

NIOD: "The watercolor was subsequently examined by the Conservation & Restoration department at the University of Amsterdam. Bas van Velzen, paper restorer, known for his research on Anton Heyboer counterfeits, made the watercolor the subject of his lecture: the work was examined with UV light, placed under the microscope and analyzed by materials. (...) On the basis of this material analysis Van Velzen and his colleague Idelette van Leeuwen, head of the paper restoration department of the Rijksmuseum in Amsterdam, came to the conclusion that the work is most likely authentic. In other words: the 'chances of it being a forgery are very small'."

With all due respect to the exepertise of Bas van Velzen and Idelette van Leeuwen - as paper restorers they can not say anything about who made the image on the paper delivered to them by the NIOD.

At most they can tell in which years the paper and cardboard types of the passepartout were first available - but NIOD didn't ask them to perform propere dating research.

NIOD: "Among other things, the following conclusions were made:
- based on UV analysis the watercolor can be dated as orginating from before 1942
- the paper (drawing paper, no special watercolor paper) is rough and dirty;
- Based on the brush marks (in the windows) it can be established that it is really a painted watercolor;
- the signature is also painted with a brush, not made with a pen;
- the back is made of cheap cardboard, made from wood pulp of resinous pine trees ('braunschliff');
- it has been established with an AXIOscope that the cardboard has strongly degenerated at the rear; it has short fibers and contains cotton and hemp (which indicates old age);
- the passe-partout is of cheap, but nevertheless better quality, cleaner and with longer fibers;"

The only thing that can be concluded from this is that someone painted the NIOD watercolor on paper dating from before 1942, and that someone used an 'old' background cardboard. When it was painted exactly, and by whom,remains a mystery.

NIOD: "A more definitive answer is possible when a sample is made of the watercolor itself, to date the pigment in the paint, and when the work would be detached from the - fully glued - passe-partout."

Pigment analysis will not show by whom or when the work was painted. It it can only proof that the work can not be painted before a certain year.

to begin English text | to top of page

7. Conclusion

NIOD: "Based on the above findings, and in particular the combination thereof, the preliminary conclusion is that this is indeed an original watercolor:

[1] - The way in which the work was presented to the NIOD does not raise any suspicion that this is a case of deception or that is done for profit ;
[2] - In terms of theme and method of working, it fits into Hitler's work in those years;
[3] - In particular, the original seals on the back of the glued watercolor - of Morgenstern and the Exekutionsgericht - form an unexpectedly strong additional proof;
[4] The material analysis proves the painted character and gives no reason to doubt the dating."


What the NIOD claims is true. It is an original watercolor. There is no doubt about that. But that it would be an original watercolor painted by Hitler, the NIOD 'research' has yielded absolutely no proof for that.

[1] The way in which the work was prenseted - a woman who knocks on the doors of the NIOD with an unbelievable story, after two attempts of selling have failed, arouses suspicion.

[2] Forgers are aware of this, too.

[3] The Exekutions seal in particular is a very strong indication that the NIOD watercolor is a forgery. The Morgenstern seal does not say anything in principle - a forger who knew about Hitler's youth in Vienna could have placed such a seal as a misleading sign of authenticity. We even know one such counterfeiter by name: Reinhold Hanisch.

[4] The material analysis only proves that the work is indeed a watercolor. Moreover, this analysis did not yield any concrete date.

What is particularly striking is what the NIOD has not researched.

NIOD: "The first results of this research were presented last month by Gertjan Dikken, information and collection specialist acquisition of the NIOD, during a session of the international workshop Standing up to Scrutiny: Authenticating Holocaust Documentation, from 23 to 25 October 2017 in the United States Holocaust Memorial Museum, organized by EHRI, the European Holocaust Research Infrastructure (of which the NIOD is the pen holder). "

It is worrying that none of the EHRI partners present at the presentation in the United States Holocaust Memorial Museum (Washington D.C., USA), protested against the NIOD claim.

It is rather surprising that the NIOD researcher who was present in Washington did visit the U.S. Army's Center of Military History. There, four authentic Hitler watercolors have been preserved since 1950. It would have been a small effort for this NIOD employee to photograph the signatures on those 'Hitlers', and compare the signature on the NIOD watercolor with the photographed ones.

We were also surprised that the NIOD report did not contain an overview of used sources. After repeatedly urging to provide us with the sources and literature list, NIOD director Frank van Vree wrote to us:

"I cannot answer your question, as we have carried out our investigation without working with such overviews. To provide you with it, we would have to start all over again, as more people have worked on this case."*

An investigation without keeping track of what sources were consulted? Yes, that's the way NIOD 'investigates'.
.

* E-mail aan Bart FM Droog; ge-CC'ed aan Jaap van den Born, Volkskrantredacteur Rik Kuiper en NIOD-medewerkers Gertjan Dikken; Barbara Boender; Erik Somers en Piet van Wijk, 28-11-2017.

to begin English text | to top of page


CONTENT

het NIOD-onderzoek | Authentieke werken | De experts
NIOD press release and its global impact | kranten 1930-1979
Visueel vergelijkingsmateriaal | Samuel Morgenstern
De vervalsers | August Priesack | Peter Jahn | Het boek van Price
De zegels | Conclusie

On the authors of this online investigation

naar boven


DROOG- tijdschrift voor diepgravende onderzoeks-journalistiek. Droog, onafhankelijk en ter zake. Over zaken uit heden en verleden die er toe doen of deden. Zaken die meer aandacht vragen dan in een artikel van een of twee papieren pagina’s gegeven kan worden. 

Steun ons op Facebook: Droog - Slow jounalism

Doneer! Hoe? Mail: droog@epibreren.com

| naar boven